Working Class Hero

John Lennon met zonnebril

Working
Class
Hero

Helden horen niet te sterven.
Ik hoorde hem met twee treden tegelijk de trap opstormen en nog voor ik daar iets van had kunnen denken vloog de deur van de kamer waar ik de tas aan het inpakken was voor weer een dagje Conservatorium open. ‘Je raadt nooit wie er vannacht doodgeschoten is!? Mijn vader wachtte niet op antwoord, maar riep direct: ‘John Lennon!’ Dan is elke kans op een reünie dus verkeken was het enige wat ik kon denken.
Na een aantal jaren voor Sean gezorgd te hebben en zoals hij zelf zei brood gebakken te hebben, had Lennon in 1980 de draad weer opgepakt en in november van dat jaar samen met Yoko het album Double Fantasy uitgebracht. Hoewel de single (Just like) Starting Over erg aanstekelijk was kwam ik niet in de verleiding het album te kopen. Yoko Ono nam nl. de helft van de lp voor haar rekening. Een afwisseling van John en Yoko nummers is, als je zoals ik geen liefhebber van Ono bent, op vinyl niet handig. Relaxed luisteren verandert in een gymnastiek-oefening omdat je na elk nummer van John moet opstaan om de naald te verzetten. Uiteindelijk heb ik de lp gekregen als extraatje na een middag oude Hammond-orgels bespelen voor geïnteresseerde liefhebbers, wat op zich al geen straf was.
John Lennon lijkt tijdens zijn carrière meerdere keren door een soort wedergeboorte gegaan te zijn: van lovable MopTop en buitenproportioneel groot pop-idool via bedenker van artistieke teksten, soms geschreven om critici een hak te zetten, naar documentalist van zijn eigen leven, door naar activist, terug naar (ouder wordende) popster naar (bijna uiteindelijk) vroeg-pensionado. Bijna uiteindelijk, want de in de kiem gesmoorde comeback vormt een soort ps of in muziektermen gesproken; een coda. Een veel te kort coda helaas.

Helden horen niet te sterven en deze ‘Working Class Hero’ had binnenkort 80 kunnen worden. Mark Chapman zorgde ervoor dat John en de wereld het met half zoveel jaren hebben moeten doen.
Aan elke wedergeboorte gaat een figuurlijke dood vooraf. De documentalist Lennon ontdoet zijn artistieke uitingsvormen van al het overbodige. Woorden staan centraal. De meest minimalistische uiting is te vinden op het album John Lennon/Plastic Ono Band in het nummer God. Na het melodieuze begin met de prachtige zinnen:
God is a concept
By which we measure our pain
I’ll say it again:
God is a concept
By which we measure our pain

volgt een opsomming van dingen waar John niet meer in gelooft. Na een lange lijst aangekomen bij I don’t believe in BEATLES spuugt hij het woord Beatles bijna uit. Gedurende wat een eeuwigheid lijkt te zijn telkens hetzelfde korte muzikale zinnetje: de muziek is ondergeschikt aan wat hij wil zeggen. Wat is er overigens in korte tijd veel veranderd; nog in 1966 viel Amerika over hem heen nadat John uitsprak dat The Beatles op dat moment populairder waren dan Jezus en in 1969 was de tekst ‘Christ you know it ain’t easy…… they’re going to crucify me’ in The Ballad of John And Yoko reden voor zorg bij EMI. In 1970 kon hij veel verder gaan in zijn uitspraken en het bestaan van God zelfs ontkennen.

Helden horen niet te sterven, maar aan het eind van datzelfde ‘God’ beschrijft Lennon hoe hij wat hem betreft als popidool voor de wereld wel gestorven is. Hij leeft niet meer als de persoon die anderen in hem willen zien, hij heeft er genoeg aan om zichzelf te zijn. De fans mogen op eigen benen staan.
The dream is over
What can I say?
The dream is over
Yesterday
I was the dream weaver
But now I’m reborn
I was the Walrus
But now I’m John
And so dear friends
You just have to carry on
The dream is over

John bezingt zijn eigen wedergeboorte, waarschijnlijk in de verwachting dat hij m.b.v. Janovs primal scream ‘therapie’ zijn eigen duivels voorgoed zou hebben uitgebannen.

Nadat hij op Imagine melodie en harmonie weer een gelijkwaardige rol had gegeven naast de tekst en er naast de vele statements (o.a. over Paul en politieke leugenachtigheid) ook veel ruimte was voor zijn meer gevoelige kant, slaat hij op Sometime in New York City medio 1972 helemaal door in zijn activisme, waarschijnlijk onder de zeer grote invloed van Yoko. De Lennon-Ono’s nemen het op voor niet altijd de juiste mensen, verkondigen twijfelachtige dingen en vergeten muziek te maken. Een in alle opzichten rammelend, slordig album met een regelmatig dubieuze moraliteit.
Nadat Yoko hem medio 1973 de deur heeft gewezen, begint voor Lennon de periode die hij later zijn ‘lost weekend’ zou noemen. Een alles zeggende zin uit een artikel in die jaren gewijd aan Lennon is me altijd bijgebleven: ‘It really hurts when you find out that your hero is in actual fact an asshole’. Woorden opgetekend uit de mond van een serveerster nadat een dronken Lennon zich tegenover haar ernstig misdragen had.
In deze periode maakte John twee albums waarop hij Yoko meerdere keren zijn excuses aanbiedt, zingt over hun culturele verschillen, over de angst die leven zonder haar met zich meebrengt, kortom; hij doet wat hij altijd heeft gedaan; zijn leven delen met de fans, maar nu gelukkig wel weer door muzíek te maken. Albums die qua productie een duidelijk Amerikaans sausje hebben meegekregen, albums ook die matig ontvangen werden, waarbij Walls and Bridges (het tweede van deze albums) hem wel de beste besprekingen sinds Imagine opleverde. Het nummer Whatever Gets You Thru the Night bezorgde hem ook zijn bij leven enige nummer één hit in Amerika als solo artiest.
Nadat er in 1975 een album met Rock and Roll-covers verscheen, houdt Lennon het voor gezien. Op het moment dat McCartney met Wings een tweede carrière-piek realiseert en de wereld opnieuw aan zijn voeten ligt, kiest John ervoor om niet nog een keer het opgroeien van een zoon te missen. Hij blijft thuis en wordt huisvader voor Sean.
Helden horen niet te sterven.
Als John medio 1980 tijdens een boottocht van New Port naar Bermuda in een storm verzeild raakt en zo ongeveer als enige aan boord nog in staat is tot navigeren, wordt hij zich bewust van de kwetsbaarheid van het leven en dat inspireert hem om weer te gaan schrijven.
Op 7 augustus 1980 begint hij in New York met de opnames van wat uiteindelijk Double Fantasy zou worden. Hoe ironisch dat het album dat zijn oorsprong vindt in gedachten over de kwetsbaarheid van een mensenleven, uiteindelijk de kwetsbaarheid van John’s leven zou blootleggen door Chapman op John te attenderen.

Helden horen niet te sterven. John Lennon noemde zichzelf een Working Class Hero. Mocht hij dat al ooit geweest zijn, dan heeft hij dat heel ver achter zich gelaten. Zo buitensporig groot geweest zijn betekent in zekere zin dat zelfs de dood geen vat op hem heeft gekregen: in alles wat hij heeft nagelaten leeft John Lennon nog steeds voort. Nee hoor; helden sterven niet.

Penny de Jager

Penny
de Jager

‘En nou gaat dat ding uit, ik moet de hele dag nog naar die herrie luisteren.’ Pa erop wijzen dat ik aan het ontbijt luisterde naar een interview met George Harrison over de verschijning van zijn nieuwe lp 33 1/3 hielp niets; hij stond de hele dag in de keuken als kok met veel jonge mensen die naar Hilversum 3 luisterden en dat was meer dan genoeg kabaal voor één dag.
Bovendien: die vent kon toch niet zingen, wat vond ik daar toch aan?
Ach ja, naar popmuziek luisteren met ouders die alleen naar klassieke muziek luisterden; we hadden weinig raakvlakken.

Bij het interview met George dat ik niet heb kunnen horen ging het ongetwijfeld om de in die tijd gebruikelijke bandopname waarvan een kopie naar radiostations ging zodat de artiest niet stad en land hoefde af te lopen om zijn album onder de aandacht te brengen.
In 1976 zat de carrière van Harrison behoorlijk in het slop. Na de vliegende start met All Things Must Pass volgden een aantal zwaar bekritiseerde albums: Living in the Material World, Dark Horse en Extra Texture. Material World mag zich tegenwoordig verheugen in een herwaardering, maar de andere twee albums worden toch nog steeds als zwak gezien. Harrison die veel te veel preekt en veel te weinig uptempo nummers voor zijn albums opneemt. Daar kwam nog bij dat hij ten tijde van de opname van Dark Horse en de begeleidende tour slecht bij stem was en daardoor een makkelijk slachtoffer van woordgrapjes werd als Dark Hoarse. Om de kritiek voor te zijn stond langs de onderrand van de binnenhoes van Extra Texture: ‘OHNOTHIMAGEN’, of wel OH Not Him Again. En laat dat nu precies zijn wat de meeste mensen dachten. ‘To little to late’ was een beetje de strekking van de recensies: te weinig vreugdevolle muziek te laat op de albums.

Met enige regelmaat liep ik in die tijd de plaatselijke platenzaak binnen om de bakken van McCartney, Lennon en Harrison door te ‘flippen.’ Zonder al te veel verwachtingen overigens want de tijd dat er meerdere albums van een artiest per jaar verschenen lag al een eind in het verleden. Wat een prettige verrassing dus toen er november 1976 in de Harrison-bak een lp stond die ik niet kende en die duidelijk nieuw was. Een zonnige hoes met vrolijke kleuren en een George die in niets meer leek op Beatle-George. De Moptop en het lange ‘Jezus-achtige’ haar van 1969 hadden plaats gemaakt voor een permanent-krullenbos. Zou het album inhoudelijk iets zijn? Dat was eigenlijk totaal irrelevant: het was een album van een ex-Beatle, helaas niet John of Paul maar ik had geld, dus kopen maar.

TopPop, wat was je in die tijd zonder TopPop? Kijken naar artiesten van naam (ook de echt grote namen) die naar Nederland kwamen om in een Hilversumse studio hun songs te playbacken. Een goed alternatief waren de videoclips die TopPop kon laten zien als de artiest niet wilde of kon komen. Je kon ook ongelooflijk pech hebben. Als er helemaal niets was danste Penny de Jager tijdens het nummer. Op dat soort momenten was radio zo gek nog niet; dezelfde muziek in een betere geluidskwaliteit dan via de tv-speakertjes zonder Penny’s heen en weer rennen met nogal grootse gebaren, heel vaak in een wolk van rook.

TopPop: ik heb geen idee meer hoelang een uitzending duurde, maar als je, zoals ik, eigenlijk alleen maar zat te wachten op John, Paul, George of Ringo, moest je elke week wel erg veel uitzitten voor een paar minuten plezier. Met het risico bovendien dat jou artiest alleen genoemd werd (op de .. ste plaats George Harrison met This Song). Mwgrrr: weer voor niets zitten kijken.
Voor de promotie van het nieuwe album van Harrison waren er in ieder geval twee video’s: Crackerbox Palace en This Song. En wat bleek: George liet zijn gevoel voor humor ook weer toe in zijn muziek.Voor beide nummers had hij clips gemaakt met een enorm hoog Monty Python gehalte. Een in de boeien geslagen Harrison wordt in de clip voor This Song een rechtszaal binnengeleid om daar zijn veroordeling te becommentariëren. In zowel clip als song bleek dat hij enorm cynisch en spottend kon zijn. Wat was de reden om dit nummer te schrijven en waar kwam deze (zelf)spot vandaan?
Al vrij snel na het verschijnen van All Things Must Pass werd George beschuldigd van plagiaat: My Sweet Lord zou teveel lijken op He’s so Fine van The Chiffons uit 1963 en in 1976 deed een rechter uitspraak in het nadeel van Harrison. In interviews vertelde Harrison in die tijd vaak dat de rechter tegen hem had gezegd dat hij beide songs mooi vond, waarop George zou hebben geantwoord: maar u hebt zojuist beslist dat het één en hetzelfde liedje is!?

33 1/3 is al met al een sterk comeback album gebleken voor George. Een album met veel humor dat erg goed ontvangen werd. Zoals in Rolling Stone in een artikel nav de dood van Harrison stond: “Crackerbox Palace has a twinkle in its eye, the kind of song that had previously eluded the increasingly self-serious Harrison”.
In 1979 verscheen met ‘George Harrison’ een ijzersterke opvolger, waarna de carrière weer wat meer in het slop raakte en hij moeite had het daarop volgende album uitgebracht te krijgen. “With a Little Help From His Friends’ voor het nummer All Those Years Ago (geschreven voor de vermoorde derde vriend) kwam er uiteindelijk toch groen licht voor een release, waarna Gone Troppo in 1982 zijn naam weer geen goed deed.
Pas in 1987 en met hulp van Jeff Lynne zou Harrison weer opkrabbelen met Cloud Nine, waarna beide heren aangevuld met Tom Petty, Bob Dylan en Roy Orbison The Traveling Wilburys vormden: aanstekelijk vrolijke muziek gespeeld door een band waarvan het hele pr-verhaal net als de namen en bio van de bandleden verzonnen was. Interviews die ik kon beluisteren omdat ik inmiddels eigen baas was, maar die ik niet perse hoefde te horen omdat het een fictieve band betrof. Wel een goede band overigens.

PENNY LANE

Penny
Lane

Als ik Paul McCartney één vraag zou mogen stellen, zou ik hem vragen hoe hij op het idee van de modulatie tussen vers en refrein van Penny Lane gekomen is. Hij zou ongetwijfeld een anekdote aanhalen en een echt antwoord ontwijken. Waarschijnlijk zou hij vertellen hoe ze als jochies met de bus naar de andere kant van Liverpool gereden waren alleen om iemand te bezoeken die ze kon uitleggen hoe een bepaald septiemakkoord te pakken op de gitaar, of hij zou vertellen hoe hij in gesprek met een andere band een akkoord dat de gitarist speelde herkende als fis mineur, waarna die gitarist zei: ‘Oh is that what it’s called! We always call it one up from F.’ McCartney zal in ieder geval niet weten dat zijn muzikale verklanking van de woorden een naam heeft die wortels heeft in de barok: retoriek. Dit is het uitbeelden van woorden door muziek, zoals bv in ‘Strawberry Fields’ als de melodie op Let me take you DOWN ook daadwerkelijk omlaag gaat. Een mooi toeval is verder dat de door Paul bedachte solo gespeeld wordt op wat, naar de belangrijkste vertegenwoordiger van de barok, een Bach-trompet genoemd wordt.
Penny Lane ontstond als reactie op Lennon’s Strawberry fields forever. Volgens Geoff Emerick (geluidstechnicus) was Paul’s reactie de eerste keer dat hij dit nummer hoorde toen Lennon het voorspeelde/zong zittend op één van de hoge krukken in studio twee; ‘That’s fucking brilliant’
Een reactie die er zo bewonderend uitgesproken niet vaak geweest zal zijn tussen de twee rivalen.

Tussen het laatste concert in augustus 1966 en de dubbel A kant single Strawberry/Penny zitten iets meer dan 5 maanden. Vijf maanden waarin men zich afvroeg of The Beatles uit elkaar waren omdat ze nog nooit zo lang onafhankelijk van elkaar dingen hadden gedaan. John nam een film op in Spanje, Paul werkte aan muziek voor een film, George was in India om sitar te leren spelen en Ringo zat thuis, of bezocht John in Spanje.

Er bestaat een leuk filmpje waarbij een tienerpubliek van een tv-show in Amerika voor het eerst de videoclips van deze beide nummers ziet. De reacties zijn overwegend: wat zien ze er raar uit…. wat een rare muziek is dit (strawberry)….. dit is wel iets beter (Penny). Grappig om te zien hoeveel intenser ontwikkelingen zijn op het moment dat ze plaatsvinden. Het kunnen overzien van de hele carrière werkt onvermijdelijk vervlakkend, hoewel ik toen ik ongeveer 9 jaar na verschijning kennis maakte met deze nummers ook wel geschokt was door Fields. Helaas lieten ze je in de winkel nooit een nummer uitluisteren: de naald werd al snel verplaatst naar het volgende nummer, maar de mellotron-inleiding was al wel een kippenvel-dingetje.
De hoes van deze single is de eerste die foto’s had in Engeland, al was dat in de eerste oplage vanwege de kosten beperkt. Op de voorkant The Beatles met hun nieuwe look en op de achterkant jeugdfoto’s. Dit zou hun eerste single blijken die niet de nummer één plek haalde. Release me van Engelbert Humperdinck (denk niet dat er iemand nieuwsgierig wordt) hield ze daarvan af.
O ja, de modulatie:
Penny Lane staat in B (verzen) maar het refrein staat in A. Het komt daar vrij simpel door de vierde trap in B (E) te behandelen als de vijfde trap in de nieuwe toonsoort. Wat het geniaal maakt is dat dat telkens gebeurt onder de woorden: ‘very strange.’ Dit is idd een heel gekke modulatie (een verandering van de ‘thuishaven of het rustpunt’ van een muziekstuk); vijf of vier noten omhoog is simpel, drie omhoog of omlaag is geen probleem….. één omhoog is zo plat dat The Beatles dat maar één keer doen buiten het eind van dit nummer om (Pepper reprise) en dan zo dat het wel heel goed werkt, maar één omlaag is onlogisch. Het refrein eindigt met ‘meanwhile back’ waarbij de modulatie idd de omgekeerde weg bewandelt naar B terug. De consequentie hiervan is dat de refrein-herhaling aan het eind wel die toon omhoog modulatie geeft wat voor de intensivering zorgt die je van een dergelijke modulatie verwacht en waarmee nog eens duidelijk wordt dat een toon omlaag gaan idd very strange is.